Volkszanger 
De beste zanger zingt bij je thuis. Een uur voor zonsopgang begint de merel te zingen. Zelfs vlakbij het Centraal Station zingt hij in zijn chique zwarte pak en zijn oranje-gele snavel. Hij is duidelijk herkenbaar. De merel is de volkszanger van het Nationaal Park Hollandse Duinen. Het lied van de merel is melodieus en herhaalt zich steeds in kleine variaties. Variaties die toenemen naarmate de zanger vaardiger wordt.  

Operazangers 
De werkelijk beste zanger zingt in het duin: de nachtegaal. Daar zingt een verwant van de zanger van de keizer. In het sprookje was het immers de Japanse keizer die alles in het werk stelde om deze zanger dagelijks te horen. De beste zanger in het duin zingt is dan ook meer de zanger voor de elite. Zijn lied is complexer, gevarieerder en soms in zijn eentje tweestemmig. Hij weet alles uit zijn syrinx te halen. Een complex van supersnelle spieren, membranen en kraakbeen aan het begin van de luchtpijp die tot veel meer in staat is dan de simpele stembanden, mondholte, tanden en lippen waar wij mensen onze lucht langs blazen om geluid voort te brengen. De complexiteit van de zang van de nachtegaal, die pas in april aankomt en dan vooral ’s nachts zingt, maakt dat hij de operazanger is van het Nationaal Park Hollandse Duinen. 

Duinkoren
Voor ongekende koorzang moet je in de duinen zijn. ’s Nachts klinkt daar op zwoele avonden een indrukwekkend kikkerkoor. Het schone water in de duinen is niet alleen een bron van drinkwater voor meer dan een miljoen mensen, het is ook het leefgebied van een prachtig groene klauteraar. In april begint voor boomkikkers de paartijd. De mannen verzamelen zich rond poelen en zingen tegen elkaar. Met hun enkele kwaakblaas brengen ze een sonore ratel voort. Door op elkaar af te stemmen zijn ze op grote afstand te horen. Op sommige zwoele avonden vullen de rugstreeppadkoren die van de boomkikkers aan. Vanaf de paden van Nationaal Park Hollandse Duinen is het dan optimaal genieten van deze koorzangers. 

Zet je oren open
Met al die fantastische zangers ben je toch gek als je met een koptelefoon of oortjes de natuur in gaat. Er is zoveel moois te horen. Wie weet hoor je de komende tijd zelf de grote groene sabelsprinkhaan.