Haagse Tuinvogeltop-10: halsbandparkiet 'verslaat' huismus

02-02-2023

Krijsend stuiven halsbandparkieten door de straten. In Den Haag staan deze knalgroene exoten in de Top-10 van de Tuinvogeltelling. Dat is landelijk niet zo. En onze huismus doet het in bij ons juist slechter dan in de rest van Nederland. Onze stad telt dus meer halsbandparkieten dan huismussen!

Aan de Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland van het afgelopen weekeinde hebben in Den Haag 1.927 mensen meegedaan. Ze telden in totaal 23.678 tuinvogels. Dat leidde tot de volgende Top-10 voor Den Haag:

Top-10 Tuinvogels Den Haag:
1 Koolmees

2 Kauw
3 Houtduif
4 Merel
5 Pimpelmees 
6 Ekster 
7 Halsbandparkiet
8 Vink
9 Roodborst
10 Huismus

Twee opvallendheden
Twee dingen vallen op. Allereerst is het opvallend dat de tropische halsbandparkiet op de zevende plaats staat. Net als in Amsterdam en Rotterdam komt deze groene rakker in de Top-10 voor. Daarmee is de halsbandparkiet inmiddels een bekende exoot in de Randstad. Landelijk staat hij op de zestiende plek.

“De halsbandparkiet is een ontsnapte kooivogel en houdt zich goed staande in ons land. Vanuit de stadsparken in Den Haag en Amsterdam hebben ze zich steeds verder over het westen van het land verspreid. Den Haag en Amsterdam tellen de grootste aantallen halsbandparkieten”, aldus Marieke Dijksman van Vogelbescherming Nederland.

'Inmiddels horen de halsbandparkieten er gewoon bij', zegt stadsecoloog Martin.


'Ze horen er inmiddels gewoon bij'
Stadsecoloog Martin van den Hoorn van gemeente Den Haag kijkt niet op van deze uitslag. Het is een trend die we al een aantal jaren zien. “Inmiddels horen de halsbandparkieten er gewoon bij. Het is zoals het is”, zegt hij over de groeiende populatie. Hij schat in dat het om enkele tienduizenden halsbandparkieten gaat. Ze verspreiden zich verder over Nederland omdat de steden vol raken.

Halsbandparkieten zijn holenbroeders, maar broeden ook in nestkasten. Echte concurrentie om beschikbare broedholten met kauwtjes, spechten en uilen lijkt er nauwelijks te zijn. “Veel concurrentie met andere vogels is nog niet aangetoond, al zijn er voorzichtige aanwijzingen dat ze wel concurreren met vleermuizen die in bomen wonen. Ze veroorzaken wel forse schade aan fruitbomen. Daar moet wel wat aan gedaan worden”, zegt Martin.

Sinds de jaren ‘80 is het aantal huismussen in ons land gehalveerd, vooral uit de binnensteden.


Huismus de hekkensluiter
Verder valt aan de Nationale Vogeltelling 2023 op dat de huismus in Den Haag weer als laatste eindigt in de Top-10. “De huismus staat landelijk op nummer 1, in Den Haag op 10. Sinds de jaren ‘80 is het aantal huismussen in ons land gehalveerd, vooral uit de binnensteden zijn ze verdwenen. In de dorpen doen ze het gelukkig nog wel goed”, zegt Marieke.

Volgens Martin is het ‘jammer dat zo’n kenmerkende huis-, tuin- en keukenvogel verdwijnt’. “Maar het is inherent aan de verdichting van steden. Er komt meer hoogbouw zonder dakpannen waar ze onder kunnen kruipen of daken met vogelschroot. Daarbij: daken zijn zo goed geïsoleerd dat het voor de mussen te heet wordt onder de dakpannen”, zegt hij.

Rommelige tuinen
De mus houdt van rommelige tuinen waar hij een zandbadje kan nemen, uit een kippenhok wat voer kan jatten of zich in een struik kan verstoppen. “Er is steeds minder ruimte voor groene tuinen met een haag eromheen en rommelhoekjes met onkruidzaden. Wij helpen de musjes door het plaatsen van nestkasten te stimuleren. Gelukkig kun je als bewoner de mus heel goed helpen ”, zegt Martin.

Jij kunt heel veel doen om de huismussen in de stad te helpen.

Dit kun jij doen voor de huismus!

  • Zorg voor dichte struiken of een dichte, groen blijvende haag. Kies voor bloeiende, inheemse planten. Hier vinden huismussen insecten voor hun jongen en zaden voor zichzelf. Ze zijn ook dol op rommelhoekjes. 
  • Voer ze bij met een zaadmengsel.  Het valt in een nette stad niet mee om genoeg voedsel te vinden.
  • Hang nestkasten aan gebouwen op of, als dat mogelijk is, metsel ze in de muur. Liefst meerdere bij elkaar, want mussen zijn koloniebroeders. Kies geen plek in de volle zon, anders raken de jongen oververhit.
  • Zet een waterschaal of vijvertje met aflopende oever neer en maak een zanderig plekje onder de struiken, dan blijft het zand droog. Haal er desnoods gewoon een stoeptegel uit.
  • Nodig buren uit om hetzelfde te doen. Huismussen blijven liefst dicht in de buurt van hun nestplek dus meerdere fijne tuinen is belangrijk.
    (bron: Vogelbescherming)
 


Tekst: Merijn van Grieken
Beeld: Pixabay


Lees ook:
Hoe maak ik... een vogelvriendelijke tuin of balkon?
Hoe maak ik ...een vetbolletje voor vogels?

 

 

Nieuwsbrief

Niets meer missen van onze verhalen over het Haagse Groen en de stadsnatuur? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Aanmelden

 

 
Cookie-instellingen