Brood en etensresten zijn niet geschikt voor wilde dieren die in onze stadsnatuur leven, zoals vossen, eenden, ganzen en egels. "Dieren krijgen eigenlijk continu junkfood. Zelfs boterhammen zijn te vet en te zout”, weet stadsecoloog Martin van den Hoorn.  

Ook de plastic verpakkingen zijn gevaarlijk. “Dieren kunnen het plastic van een bakje of zak binnenkrijgen en erin verstrikt raken. Iedereen kent de McFlurry-egel nog wel. Deze egel zat met zijn snuit vast in een ijsbekertje”, vertelt Martin. 

Over het hek 
Ook de medewerkers van Haagse stadsboerderijen treffen regelmatig voedsel aan op hun terrein. “Mensen gooien zo’n beetje alles over het hek: van appelschillen en brood tot volledige maaltijden. Vooral bij de stadsboerderijen langs de openbare weg is het raak, zoals ‘t Waaygat, Schildershoeve en Molenweide”, zegt Hans de Rijk van de stadsboerderijen. 

Goedbedoeld
Het komt ook voor dat bezoekers speciaal een krop sla, andijvie of zak wortelen kopen. “Dat is lief en goedbedoeld, maar we krijgen 200 bezoekers per dag! Zij nemen vaak allemaal iets mee. Onze dieren krijgen daardoor veel te veel binnen”, zegt Michelle Hoogduin, beheerder van ’t Waaygat. Inmiddels mogen bezoekers de dieren daar niet meer voeren. 

Klikobak 
Wilde dieren zijn goed in staat zelf voor hun voedsel te zorgen en boerderijdieren krijgen speciaal afgestemd en afgemeten voeding. “We snappen dat mensen het zonde vinden om eten weg te gooien, maar onze dieren zijn geen klikobak. De etensresten zijn soms bedorven en maken onze dieren dik en ziek. Bovendien trekt het meeuwen, duiven en ratten aan. Voor hen zijn we een soort fastfood-restaurants geworden", zegt Hans. 
 
Voederverbod 
Om de stad schoon te houden en het welzijn van dieren in de stad te verbeteren, mag je in Den Haag geen dieren meer voeren op straat, in parken, bossen en duinen. “Het voederverbod is goed voor een gezonder eetpatroon voor de dieren in onze stad en voorkomt overlast van ratten, duiven en meeuwen", zeggen Martin en Hans. 

(Hoofdfoto: Michel Mees)