Caroline ringt jonge ooievaars om hun levensloop te volgen

03-06-2021

De ooievaar woont graag in Den Haag. Door ooievaars te ringen houden we hun levensloop in de gaten. Dit jaar treft vrijwilliger Caroline Walta een donzig trio aan in een boomnest. "Extra bijzonder, want het was dit jaar koud en nat. Veel jonkies hebben het helaas niet gered."

Om de levensloop van de ooievaar beter te kunnen volgen, zijn de Haagse Vogelbescherming en de gemeente een aantal jaar geleden begonnen met het ringen van jonge ooievaars. En dat is nog best lastig als je ziet hoe hoog ze hun nesten bouwen.

De jonge ooievaars worden uit het nest meegenomen. Op een veilige plek krijgen ze een ringetje en gaan ze terug naar het nest. (Foto: Gera Nieland)


Gelukkig zijn er in Den Haag enthousiaste vrijwilligers die deze uitdaging aangaan. Caroline is een van hen. Ze staat regelmatig op een dak, een hoogwerker of brandweerwagen om de jonge ooievaars op te halen en op een veilige plek beneden te ringen. 

In de jaren ’70 was de ooievaar een zeldzame verschijning; de vogel werd zelfs met uitsterven bedreigd. Om dat tegen te gaan, werden ooievaars uit andere landen gehaald om mee te fokken. Vogelbescherming Nederland zette de jongen van deze ooievaars op twaalf plekken in Nederland uit. Vandaaruit zijn ze gaan zwermen en zijn ze ook weer in Den Haag terechtgekomen.

Liever een penthouse dan nestpaal

De daken van de flats aan Suzannaland en Smaragdhorst in Mariahoeve zijn geliefd. Ook staan er speciale nestpalen in de weilanden bij Mariahoeve, maar daar maken de ooievaars bijna geen gebruik van. “De ooievaars zoeken toch hun eigen plekje. Ze willen geen paal, maar een penthouse”, zegt Caroline.

De ouders vliegen weg om zichzelf te redden en geven een sein aan de jongen van dreigend gevaar. (foto: Gera Nieland)


Een aantal jaar geleden kwamen steeds meer vragen binnen over de ooievaars en hun nesten. “We wilden meer weten over het gedrag en de levensloop van de Haagse ooievaars. Wat gebeurt er met ze nadat ze uitvliegen? Waar gaan ze heen? Waar gaan ze zelf hun nest bouwen? Daar kun je achter komen door de ooievaars te ringen."

Om bij de nesten te komen moeten de vrijwilligers vaak heel wat toeren uithalen. "Omdat het wel veilig moet blijven, maak ik vaak gebruik van een collega-vrijwilliger die professioneel klimmer is. Maar ook hoogwerkers of zelfs brandweerwagens worden wel eens ingezet", zegt Caroline.

Pootjes groot genoeg

Het ringen gebeurt als de jonge ooievaars 4 tot 5 weken oud zijn. Dan kunnen ze nog niet wegvliegen en zijn de pootjes groot genoeg. "Je zou denken dat vader en moeder agressief worden als je bij hun gezin in de buurt komt. Maar dat gebeurt niet. Ze vliegen weg om zichzelf te redden en geven een sein aan de jongen van dreigend gevaar. De jongen kunnen nog niet vliegen en schakelen een ander verdedigingsmechanisme in; ze houden zich dood. Hier maak je als ringer gebruik van.”

Het ringen gebeurt als de jonge ooievaars 4 tot 5 weken oud zijn. Dan zijn de pootjes groot genoeg. (foto: Gera Nieland)

Meten en wegen van de vogels

Degene die bij het nest komt, zet de jonge ooievaars in een speciale tas en neemt deze mee naar het dak of een andere veilige plek in de buurt van het nest. “Hier meten en wegen we de vogels en brengen we het ringetje aan. Dit duurt hooguit 10 minuten. Dan gaan ze weer in de tas en terug naar het nest. Dit klinkt best stressvol voor de vogels, maar na 100 jaar onderzoek weten we dat we de vogels hier echt geen kwaad mee doen. En het levert ons een hoop nuttige informatie op.”

Voor Caroline en de jonge ooievaars breekt een spannende periode aan. "De jongen gaan binnenkort 'op de wieken’ en dan is het de vraag hoe het verder gaat. Ik heb een keer gehad dat alle jongen van een nest het niet gered hadden. Dat was echt heel verdrietig. Ik hoop ze natuurlijk allemaal terug te zien als vader of moeder van hun eigen nest. Maar de tijd moet het leren. Dankzij het ringen weten we hoe het verder gaat.”

Bekijk het filmpje van onze stadsicoon, de ooievaar:

Wist je dat:

  • Nooit duidelijk is terug gevonden waarom de ooievaar het symbool van ons stadswapen is? Van oudsher komt hij hier veel voor, maar het kan ook met een Middeleeuwse traditie te maken hebben dat je als stad een mascotte moet hebben. 
  • Ze graag op een hoge plek zitten omdat ze elkaar zo goed in de gaten kunnen houden en snel kunnen zien waar iets te halen valt.
  • Ze van nature een trekvogel zijn, maar wel goed tegen kou kunnen. De noodzaak om te trekken is dat vogels geen voedsel meer kunnen vinden door sneeuw en ijs. Door de zachte winters is deze noodzaak er niet meer en blijven steeds meer vogels in de stad.

Meer weten?
Wil je meer weten over de Haagse Vogelbescherming of wil je ook vrijwilliger worden, kijk dan eens op hun website: www.haagsevogels.nl

Lees ook: 
Vosjes, uilen en ooievaars trekken bekijks 

 

Nieuwsbrief

Niets meer missen van onze verhalen over het Haagse Groen en de stadsnatuur? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Aanmelden

 

 
Cookie-instellingen